okt28
Dr Roel – introduktie
Introduktie
Altijd spannend zo’n eerste column. Een bijzondere ontmoeting die gelijk wederzijds vertrouwen gaf, heeft ertoe geleid dat ik hier nu iedere twee weken mag vertellen over mijn ervaringen en ideeën over ons lichaam, gezondheid en de medische wereld. Mijn (werkende) leven lang was ik patholoog anatoom tot ik met pensioen ging. Het menselijk lichaam ken ik daarom letterlijk van binnen en van buiten. Graag geef ik advies aan mensen die hun vertrouwen in Orjana’s natuurproducten, en biologische geneeswijzen in het algemeen, leggen, gebaseerd op mijn kennis van ziekteprocessen. Ter introduktie zal ik wat meer vertellen over wie ik ben.
Volgens mijn moeder wilde ik vanaf mijn 4e al dokter worden en het duurde tot mijn 19e tot ik me daadwerkelijk liet inschrijven voor de studie geneeskunde aan de universiteit van Leiden.
Even leek het tegen te zitten toen mijn verloofde zwanger bleek, het was toen September 1965. We trouwden November 1965 en om wat geld te verdienen werd ik studenten assistent op de afdeling Pathologie van het toenmalige AZL (Academisch Ziekenhuis Leiden nu LUMC). Het is dit baantje waardoor de rest van mijn leven in het teken van de Pathologie heeft gestaan want dat kan je niet verzinnen als je voor dokter gaat studeren.
Mei 1966 werd mijn eerste zoon geboren, nu huisarts in Prinsenbeek, zoals ik altijd zeg, “we kregen een kind”. In 1968 werd mijn tweede zoon geboren in de periode dat ik reeds mijn co-assistentschappen liep.
Achteraf is het opvallend dat ondanks de geringe middelen en twee kinderen mijn studie zeer voorspoedig verliep. Dat heb ik voor een groot deel te danken aan mijn baantje op de afdeling Pathologie en zeer goede studie vrienden.
Begin 1970 haalde ik mijn artsenbul en kon ik direct aan de slag op de eerste afdeling Experimentele Pathologie in ons land aan de VU-ziekenhuis in Amsterdam. Daar heb ik 5 jaar onderzoek gedaan naar het gedrag van kankercellen en het afweer (immunologisch) apparaat. In 1972 kregen wij nog een dochter.
De zittende professor Pathologie vroeg me of ik in opleiding voor patholoog-anatoom bij hem wilde komen; het werd zo ingekleed dat ik mijn experimentele pathologiewerk kon voortzetten.
In 1977 ben ik gepromoveerd over een onderzoek naar kanker en immuniteit en ontleen daaraan mijn doktors-titel(Dr). In 1978 haalde ik mijn briefje als patholoog-anatoom en dat beroep heb ik tot mijn pensioen (eind 2007) uitgeoefend. Eerst 4 jaar in het VU-Ziekenhuis waar ik waarnemend hoofd van de afdeling Pathologie was en later in een Maatschap van 3 pathologen in het Westeinde Ziekenhuis in Den Haag, waar ik meer dan 25 jaar patholoog was.
Wat doet een patholoog nu eigenlijk?
Van bijna alle klinische specialismen ontvangt hij alle operatiepreparaten, wat kan variëren van een wratje op de huid tot een borstamputatiepreparaat met oksel lymfklieren. Er worden in ons laboratorium dunne plakjes uit het ontvangen weefsel gemaakt, gefixeerd in formaline, ingebed in parafine en op een microtoom gesneden tot 4mu ultra dunne coupes, deze worden op een glaasje geplakt en gekleurd (histologisch onderzoek). Vervolgens worden deze glaasjes door de patholoog onder zijn microscoop bekeken en wordt een diagnose gesteld. Het verslag daarvan, opgesteld door de patholoog, wordt aan de aanvragende klinische specialist opgestuurd.
De boven beschreven bewerkingen van de operatiepreparaten nemen ongeveer 3 dagen in beslag, wat betekent dat de uitslag al na ongeveer drie dagen bij de klinisch specialist bekend is en in zijn computer staat.
Verder onderzoekt een patholoog alle ingezonden vochten en puncties op alle mogelijke celsoorten (cytologogisch onderzoek) zoals bijvoorbeeld ontstekingscellen of kankercellen. Maar ook alle baarmoederhalsuitstrijkjes op aanwezigheid van bepaalde infecties zoals geslachtsziekten of afwijkende cellen die mogelijk een voorstadium van kanker zijn.
Klinische specialisten zeggen vaak tegen de patiënten dat het afgenomen materiaal “op kweek zal worden gezet” en de uitslag over 2 weken wel bekend zal zijn. Grotere onzin bestaat er niet.
Mijn eerste belangrijke tip aan u die dit leest is: wat de klinische specialist u ook vertelt, vraag altijd een kopie van het verslag van de patholoog (u heeft er recht op). Als u het niet vertrouwt, vraag dan een ‘second opinion’ bij uw verzekeraar (of misschien wel bij ondergetekende). Want de diagnose die door de patholoog is gesteld, blijft u altijd achtervolgen en uw klinische specialist zal ernaar handelen en behandelen.
Plotseling treden protocollen in werking en voor u het weet heeft u een kast vol pillen. En als een medicijn een hoofdwerking heeft dan heeft het ook bijwerkingen en voor u het weet, krijgt u dan weer een nieuw medicijn tegen de bijwerkingen van de vorige, maar ook dat medicijn heeft weer bijwerkingen. Ja, het gaat goed met de farmaceutische giganten; hierop kom ik zeker later nog terug.
Over inwendige lijkschouwingen (obductie) een relatief klein onderdeel van mijn vak , maar heel belangrijk, zullen we het de volgende keer hebben, evenals de manier hoe ik na mijn pensioen in de biologische geneeskunde terecht ben gekomen en wat daar voor verbijsterende mogelijkheden liggen. Tot de volgende keer!
Dr Roel Veldhuizen.